Geschreven door mr. Wim Thijssen
Een kwestie die in de praktijk regelmatig opspeelt is of hybride pensioenovereenkomsten als uitkeringsovereenkomst, kapitaalovereenkomst of premieovereenkomst gelden. Dit is een uitlegvraagstuk: in het uiterste geval dient de rechter hierover te oordelen.
De Pensioenwet kent in art. 10 een gesloten systeem van pensioenovereenkomsten. Iedere pensioenovereenkomst dient te kwalificeren als een uitkeringsovereenkomst, een kapitaalovereenkomst of een premieovereenkomst. Zie voor een uitwerking Kamerstukken II, 2005-2006, 30 413, nr. 3, p. 32-33.
Nieuw type
In het kader van de herziening van het Nederlandse pensioenstelsel (zie daarover de blog Doorsneepremie, degressieve pensioenopbouw en een vlakke staffel voor premieovereenkomsten) wordt daaraan binnen afzienbare tijd waarschijnlijk een nieuw type toegevoegd. Het gaat om de pensioenovereenkomst gebaseerd op individuele pensioenbeleggingen met collectieve risicodeling.
Onlangs stelde een verzekeraar in een stuk over uitleg van een hybride pensioenovereenkomst dat mijn bureau passeerde, dat indien zou worden geoordeeld dat een door die verzekeraar als premieovereenkomst aangemerkte pensioenovereenkomst als uitkeringsovereenkomst zou worden aangemerkt, dat gezien precedentwerking een financiële ramp zou betekenen voor die verzekeraar en ook voor andere verzekeraars. Leggen hybride pensioenregelingen een bom onder pensioenverzekeraars, vergelijkbaar met de woekerpolis affaire?
Voor het volledige artikel en informatie over de heer Wim Thijssen klikt u hier.