Vrouwen ontvangen later minder pensioen dan mannen, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Mannen komen gemiddeld uit op een derde hoger pensioen dan vrouwen. Maar waar komen die verschillen vandaan?
Verschillen in pensioenopbouw
Eerst even terug naar de basisprincipes van het Nederlandse pensioenstelsel. Het pensioenstelsel is opgebouwd aan de hand van drie pijlers: de AOW, het arbeidsgerelateerde collectieve ouderdomspensioen en kapitaal uit individuele pensioenopbouw. De verschillen in pensioenopbouw die hier worden beschreven, gaan over de tweede pijler: aanspraken die via werk zijn opgebouwd. Aan het begin van de carrière bouwen mannen en vrouwen vrijwel evenveel op, maar naarmate onze leeftijd stijgt bouwen mannen steeds hogere aanspraken op dan vrouwen. Te verklaren door het fulltime versus parttime werken, de arbeidsparticipatie en de hoogte van het inkomen. Over het algemeen werken vrouwen minder vaak dan mannen, werken vrouwen in deeltijd en ontvangen ze een lager inkomen.
Het verschil in te bereiken pensioen tussen mannen en vrouwen is dus klein in de jongste leeftijdsklasse en wordt groter bij de oudere leeftijdsgroepen. De pensioenopbouw is het hoogst bij de mannen bij de leeftijdsgroep 55- tot 60-jarigen, bij vrouwen is dat juist bij 35- tot 40-jarigen. Gemiddeld is het te bereiken pensioen voor mensen van 25 jaar tot de AOW-leeftijd 11.600 euro bruto per jaar.
Uitgangspunt bij berekening pensioen
Wat kan iemand verwachten aan pensioen? Hiervoor kijkt men naar het opgebouwde pensioen en de aanspraak die nog opgebouwd kan worden tot de pensioenleeftijd. Hierbij wordt uitgegaan van de nu geldende bepalingen en het feit dat de betrokken persoon doorwerkt tot aan de pensioenleeftijd. Factoren van werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, verandering in inkomen en deeltijd is hier niet in meegenomen. Het te bereiken pensioen is een berekende schatting, uitgevoerd door pensioenuitvoerders.
Pensioenkloof
Met bovenstaande statistieken staat Nederland met Griekenland en Italië onderaan de gelijkheidslijst van EIGE (de EU-instelling voor gendergelijkheid). In geen enkel ander EU-land is het verschil tussen het aantal parttime werkende vrouwen en mannen zo groot. Het CBS stelt dat het uurloon van vrouwen zeven procent lager ligt dan dat van mannen met dezelfde taken en kwalificaties. Andere mogelijke oorzaken zijn dat vrouwen vaker van baan wisselen (pensioenopbouw in meerdere pensioenpotten) en dat er weinig interesse is in pensioenopbouw.
Bron: CBS