21 juni 2015 
3 min. leestijd

Column: Niet deelnemen, toch pensioen

Column: Niet deelnemen, toch pensioen

Soms wenst een werknemer niet deel te nemen aan een pensioenregeling. Voor een werkgever is dat misschien verleidelijk, maar niet ongevaarlijk, zo leert een recent voorbeeld.

Een werknemer die niet wil deelnemen aan een pensioenregeling: dat scheelt een werkgever in ieder geval dure pensioenpremie, zo zou je denken. In de zaak die ik hier bespreek, lag dat echter anders. Werkgever en werknemer spraken in dit geval af dat de compensatie voor de pensioenpremie werd met een hoger salaris. Vreemd is dat zeker niet: een werkgever en een werknemer zijn vrij met elkaar overeen te komen wat ze willen. Deze afspraak was echter niet ongevaarlijk voor de werkgever, zo zou blijken.

Bij een noodlottig ongeval komt de werknemer, 34 jaar oud, begin dit jaar – op 3 januari – om het leven. De gebeurtenis heeft een bijzonder grote impact op onderneming (vier medewerkers) en laat diepe sporen na bij de mensen in het bedrijf. Op 12 januari wordt de werkgever gebeld door de broer van de overleden werknemer. Hij handelt de financiële zaken af voor de weduwe en informeert naar de pensioenregeling. De werkgever geeft aan dat de overleden werknemer zelf zijn pensioen zou regelen en dat hij ter compensatie een hoger salaris heeft gekregen. Hij biedt alle hulp aan die nodig is om een en ander uit te zoeken. Tevens zal hij een kopie sturen van de afstandovereenkomst – wat hij ook meteen doet.

Te makkelijk

Een week later belt de verzekeraar van de pensioenregeling. Ze hebben van de broer de vraag gekregen of de werknemer in aanmerking komt voor een nabestaandenpensioen. Zij hebben echter geen gegevens en er is geen dekking. De werkgever stuurt ook aan de verzekeraar een kopie van de afstandovereenkomst en beschouwt de zaak als afgedaan. Dat is echter iets te makkelijk geredeneerd, zoals blijkt uit de brief die hij eind januari van de verzekeraar ontvangt.

Op grond van de uitvoeringsovereenkomst stelt de verzekeraar dat de werknemer gelet op artikel 5 van de Pensioenwet en de uitleg die DNB hieraan heeft gegeven, wel degelijk in aanmerking komt voor nabestaandenpensioen. Het standpunt van DNB is dat een werknemer niet de dupe kan worden van het feit dat een werkgever een werknemer niet aanmeldt bij een verzekeraar, of bijvoorbeeld vergeet salarisstijgingen door te geven. Het feit dat het bedrijf een pensioenregeling heeft en dat daarin is bepaald, dat alle werknemers hierin zijn opgenomen, is voldoende.

Contractbreuk

In de uitvoeringsovereenkomst is daarnaast bepaald dat de werkgever alle bij hem in dienst komende werknemers moet aanmelden voor de pensioenverzekering. In dit geval is dat niet gebeurd. De verzekeraar stelt daarom dat door de werkgever jegens de verzekeraar contractbreuk is gepleegd. Dat de werknemer niet wenste deel te nemen aan de pensioenregeling is geheel buiten de verzekeraar om gegaan.

De afstandsovereenkomst is een overeenkomst tussen de werkgever en de werknemer, waar de verzekeraar buiten staat. Daarnaast heeft de verzekeraar naar aanleiding van het door DNB ingenomen standpunt de werkgever geruime tijd geleden al een brief gestuurd. Hierin heeft hij al zijn pensioenrelaties gewezen op het feit dat als nabestaanden pensioen komen claimen, hij als verzekeraar zich gehouden voelt dit te gaan uitkeren. Vervolgens stelt de verzekeraar dat hij nu schade lijdt door nabestaandenpensioen uit te moeten keren zonder dat dit verzekerd is geweest. Deze schade zal hij verhalen op de werkgever.

Paniek

Nu breekt toch enige paniek uit bij de werkgever. Zijn pensioenadviseur wordt ingeschakeld. Deze kan de werkgever meedelen dat het nabestaandenpensioen tienduizend euro per jaar bedraagt en dat de contante waarde daarvan ongeveer 350.000 euro is.

De werkgever wordt een paar dagen later door de verzekeraar geïnformeerd dat die de schade inderdaad op hem zal verhalen. De werkgever schakelt zijn advocaat in. Deze geeft aan dat het een zeer lastige zaak wordt en dat hij bang is dat de verzekeraar echt een punt heeft

Geluk bij een ongeluk is dat de pensioenadviseur indertijd een concept heeft verstrekt voor de afstandovereenkomst en dat dit ook kan worden aangetoond. Dus kan in ieder geval worden bewezen dat de adviseur op de hoogte was van de afstandovereenkomst en dat hij er actief aan heeft meegeholpen. Hij is verzekerd voor aansprakelijkheid, dus wellicht is hier (een deel van) de schade te verhalen.

Inmiddels krijgt de weduwe haar uitkeringen, dat is het goede nieuws. Hoe deze zaak verder afloopt is nog ongewis.

Drie partijen

Wil dit dus zeggen dat werkgevers werknemers nooit moeten toestaan niet deel te nemen aan de pensioenregeling? Volgens mij is de enige ‘veilige’ manier het sluiten van een driepartijenovereenkomst tussen werknemer, werkgever en pensioenverzekeraar. Het is echter maar de vraag of de verzekeraar zal willen meewerken aan een afstandovereenkomst. Maar alleen als dat wel het geval is en de verzekeraar meewerkt aan de driepartijenovereenkomst, kan naar mijn mening succesvol van deelname aan een pensioenregeling worden afgezien. In alle andere gevallen blijft het risicovol.

 

Over de schrijver