Column: Zijn garanties een reden om een pensioensysteem te kiezen?

Column: Zijn garanties een reden om een pensioensysteem te kiezen?

Garanties zijn bij pensioen belangrijk: 90 procent van de werknemers heeft een gegarandeerde middelloonregeling en we hebben er veel geld voor over. Bij elkaar hebben we er 1.400 miljard voor gespaard. De verplichtingen zijn allemaal berekend op een risicovrije rente. Daar mogen we trots op zijn. Het zou wel wat helpen als de rente een beetje zou stijgen, maar vooralsnog hebben we ook het risico van een lage rente behoorlijk onder controle. Mogelijke kortingen laat ik even buiten beschouwing, hoewel ik me goed realiseer dat dit erg vervelend is.

Bij een vrije keuze om pensioen te verzekeren bij een verzekeringsmaatschappij is een eventuele garantie uiteraard van belang. Althans voor de meeste werknemers. Daar staat wel een prijs tegenover die de werkgever moet betalen. Daalt de rente, dan wordt de prijs hoger. De werknemer wil graag een garantie voor de hoogte van het pensioen. De werkgever wil graag een garantie over de hoogte van de premie. Om die reden zijn beschikbare premieregelingen erg populair, weliswaar in een klein deel van de markt. Daarbij spreekt de werkgever af welke premie de werknemer betaalt en dat is het. Een middelloonregeling heeft het nadeel dat de premie stijgt als de rente daalt of als de levensverwachting toeneemt. De vraag is nu of het effect van een premieverhoging ook bij een middelloonregeling onder controle te krijgen is.

Maximeren premie bij middelloon biedt zelfde garantie

Aan een middelloonregeling is de voorwaarde te verbinden dat de premie aan een maximum gebonden is. Als werkgever wordt de premie dan gemaximeerd. Zodra de collectieve pensioenpremie meer gaat bedragen dan X procent van de collectieve loonsom wordt het opbouwpercentage verlaagd. Dat moet wel erg zorgvuldig geformuleerd worden. De werknemer heeft zodoende nog steeds een garantie op een bepaald pensioen. Tenzij de collectieve pensioenpremie boven een bepaald niveau uitstijgt. Elk jaar weet hij zeker welk pensioen hij in dat jaar heeft opgebouwd. Hooguit voor de toekomst kan de opbouw verlaagd worden. Voor de werkgever betekent deze garantie dat de premie niet onbeheersbaar is.

Bij een beschikbare premieregeling bestaat soms de mogelijkheid om de premie direct om te zetten in een vaste uitkering vanaf de pensioendatum. Dan heb je als werknemer de garantie dat het pensioen gegarandeerd wordt uitgekeerd als de premie is omgezet. De enige onzekerheid die je dan nog hebt, is welk pensioenbedrag je de volgende jaren voor de premie kunt inkopen. Je bent telkens afhankelijk van de rentestand op het moment dat je de premie ontvangt.

Er ontstaat hierbij voor de werkgever wel een in de praktijk onderschat probleem. De premie is afgeleid van een premiestaffel die berekend is als een afgeleide van een middelloonregeling. De spiegeling heeft plaatsgevonden op basis van een bepaalde rekenrente, bijvoorbeeld drie procent. Op basis hiervan verloopt de opbouw van pensioen evenredig aan een middelloonregeling. De inkoop van de pensioenuitkering wordt berekend op basis van een afwijkende rente, de actuele rentestand. Op dat punt ontstaat een mogelijke leeftijdsdiscriminatie. De inkoop van het pensioen vindt dan niet meer evenredig voor alle leeftijden plaats. Dit is naar mijn mening in strijd met de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid. Dat is naar mijn mening een risico waar de werkgever zich bewust van moet zijn. Als mijn standpunt juist blijkt te zijn, is het risico zeer materieel.

Doorslaggevende reden

Ik heb nu vier punten besproken die een keuze voor een bepaald pensioensysteem zouden kunnen bepalen. Dat zijn: moderniteit, flexibiliteit, kostenbeheersing en garanties. Het leidt tot de conclusie dat er feitelijk geen doorslaggevend argument is om te kiezen voor middelloon of beschikbare premie. Als je de kostenbeheersing waarborgt, is het zelfs lood om oud ijzer. Wellicht verwacht een werknemer een hoger rendement te kunnen maken. Dat zou iets kunnen zijn. Daar staat wel tegenover dat alle werknemers die de afgelopen decennia zijn gaan deelnemen aan een beschikbare premie, veel minder pensioen krijgen dan zij aanvankelijk dachten. Het scheelt vaak de helft of meer. Dat zegt niets over de toekomst, het is alleen de vraag of de werknemer blij is met dit risico. Die blijkt zekerheid over het algemeen toch erg hoog te waarderen.

Over de schrijver