De impasse over de toekomst van ons pensioenstelsel is doorbroken door het kabinet, vakbonden, werkgevers en de gedeeltelijke oppositie. De pensioendiscussie duurde tien jaar. Nu ligt er een principe-akkoord waarin voornamelijk hoofdlijnen staan. Het uitwerken van die zaken moet de komende tijd gebeuren. Het FNV-ledenparlement kwam wel bijeen, maar heeft besloten om alle leden te raadplegen via een referendum alvorens zij stemmen.
Wat staat in het principe-akkoord?
Een van de belangrijkste resultaten die in het principe-akkoord staat is dat de AOW-leeftijd voorlopig is bevroren. In 2020 en 2021 staat deze leeftijd vast op 66 jaar en vier maanden. In 2024 stijgt de AOW-leeftijd naar 67 jaar. Oorspronkelijk zou de AOW-leeftijd in 2020 66 jaar en acht maanden worden, in 2021 al 67 jaar en het jaar daarop 67 jaar en drie maanden. Voor onder andere de bevriezing trekt het kabinet eenmalig 7 miljard euro uit en daarna jaarlijks 4 miljard euro om de AOW eerder uit te betalen dan gepland.
Daarnaast is een vorm van vroegpensioen voor mensen met zwaar en onregelmatig werk ingesteld, waarbij de zogenaamde RVU boete wordt opgeschort. Dankzij dit akkoord kunnen ze tot drie jaar voor de AOW-leeftijd stoppen.
Ook is extra zekerheid voor ZZP’ers gevraagd, vooral voor degenen die zich geen arbeidsongeschiktheidsverzekering of pensioenregeling kunnen veroorloven. De belofte vanuit het kabinet is dat er een arbeidsongeschiktheidsverzekering komt en dat het met belastingmaatregelen aantrekkelijk wordt om een pensioen op te bouwen.
Referendum FNV
De FNV vindt dat alle werkenden pensioen moeten kunnen opbouwen. De FNV heeft dinsdagavond niet gestemd en heeft besloten om een ledenraadpleging onder de een miljoen leden te houden over het voorstel. Van woensdag 12 tot en met zaterdag 15 juni kunnen de FNV-leden stemmen.
Toekomst pensioenstelsel
Een hervorming waarbij pensioenen in Nederland flexibeler worden was de kern van de pensioendiscussie. Het huidige stelsel is nog gebaseerd op de pretentie dat pensioenen gegarandeerd zijn, hoewel dit in de praktijk niet meer geldt. Strikte procedures zijn op dit moment vastgelegd, zodat pensioenfondsen pensioenen kunnen verhogen of juist verlagen. Verder is het huidige stelsel geënt op jarenlang voor dezelfde werkgever werken, terwijl loopbanen nu vaker tussentijds wisselen.
De komende maanden vindt de verwerking van het nieuwe pensioencontract plaats. Hierna moeten ook pensioenfondsen dit overnemen. Tot die tijd stelt het kabinet regels bij om te voorkomen dat pensioenen verlaagd dienen te worden. Toezichthouder De Nederlandsche Bank meldde eerder deze week dat voor tien miljoen pensioenen verlaging dreigt, dit lijkt nu afgewend.
Bronnen: De Volkskrant en FNV.