Pensioenfondsen zien dat de verhoging van de pensioenleeftijd leidt tot diverse problemen, zoals arbeidsongeschiktheid. Dit probleem komt voornamelijk voor bij werknemers die fysiek zware beroepen uitoefenen. Sinds 1 januari 2019 is de AOW-leeftijd 66 jaar en 4 maanden.
Problemen die pensioenfondsen zien
Zo is het aantal oudere werknemers die arbeidsongeschikt zijn bij pensioenfonds PMT verdubbeld sinds de verhoogde pensioenleeftijd. Bij BPF Bouw stijgt het aantal 60-plussers dat arbeidsongeschikt raakt met vijftien procent per jaar. Dat geldt puur voor de werknemers op de bouwplaats en niet op kantoor. En het pensioenfonds van de zorg voorziet een flinke groei in de WIA (arbeidsongeschiktheidsuitkering), vanwege het hoge percentage 60-plussers dat daar nu al zit en het aantal 60-plussers dat nog actief werkzaam is in de zorg.
Fysiek zware beroepen
Welke beroepen zijn te kenmerken als fysiek zwaar? Denk aan bijvoorbeeld constructiewerker, loodgieter, stratenmaker, vrachtwagenchauffeur, verpleger en fietsenmaker. Over het algemeen hebben werknemers van dit soort beroepen minder inkomen. Ook is de levensverwachting minder gunstig dan voor hogeropgeleiden. Roken, armoedestress, minder sporten, vaker overgewicht en slechtere arbeidsomstandigheden worden door experts als verschillende oorzaken genoemd.
Oplossingen?
Vakbonden eisen voor de komst van een regeling waardoor mensen met zware beroepen eerder met pensioen kunnen gaan. Het pijnpunt zit ‘m in de definitie van een zwaar beroep. Alle betrokken partijen zoals werkgevers, wetenschappers en politici geven niet eenduidig aan wat een zwaar beroep is. De voorzitter van de beroepsvereniging van bedrijfsartsen Gertjan Beens pleit juist voor verandering van werkzaamheden. Simpel gezegd: maak het zware werk minder zwaar. Hij vindt een vroegpensioen dan ook geen goede oplossing. Wat hem betreft ligt de nadruk bij werkgevers op het re-integreren van werknemers, terwijl het verschoven moet worden naar het voorkomen van arbeidsongeschiktheid.
Bron: AD.nl