Het pensioenakkoord is er, of toch niet? Het pensioenakkoord zoals het er nu ligt lost in ieder geval één heel pijnlijk punt op. Door een tijdelijke maatregel past men de rekenregels aan en korten op pensioen hoeft straks niet. De AOW-leeftijd schuift minder snel op en het kabinet pompt 800 miljoen euro in de pensioenplannen. Dat klinkt mooi, maar hebben we nu een solide akkoord of niet?
In de toekomst gaan pensioenen meebewegen met economische ontwikkelingen zoals rente, sterfte en de beleggingen van de fondsen. Dat geldt voor indexaties, maar ook voor de pensioenopbouw. Naar mijn mening een goede oplossing. Ik ben nog wel nieuwsgierig naar de uitwerking. Daar is nog onderhandeling met sociale partners voor nodig en het vergt nieuwe wetgeving. Hopelijk verliezen we ons bij de uitwerking hiervan niet in de details en verloopt het proces snel.
Premie leidend voor pensioenopbouw
Maar we zijn in ieder geval op (de goede) weg. In het conceptakkoord staat dat de premie voortaan leidend zal zijn voor pensioenopbouw. Hiervoor zal de Wet Loonbelasting worden aangepast. Nu geldt nog een apart regime voor eindloon, middelloon en beschikbare premie. Dat vervalt en wordt één regime waarbij de premie het uitgangspunt is. De vaststelling van die premie is leeftijdsonafhankelijk (dus voor iedere leeftijdsgroep gelijk). Het zal mij benieuwen hoe men dat formuleert.
Pensioenfondsen vragen de laatste jaren structureel een te lage premie en dat probleem lijkt hiermee te worden opgelost. Als uitgangspunt voor de (fiscaal) bepaalde premie vindt de opbouw plaats op basis van een aantal variabelen zoals sterfte en rente. Periodiek wordt de maximumpremie vastgesteld voor de (fiscaal) maximale opbouw. Bij een hogere rente, verlaagt men de (fiscaal) maximale premie en andersom. De premie wordt individueel aangewend voor pensioenopbouw van de deelnemer. Dat houdt in dat jongeren meer op gaan bouwen dan ouderen. Oudere werknemers moeten hiervoor compensatie ontvangen.
Koekje van eigen deeg
Die compensatie moet ergens uit worden gefinancierd. Door de rekenvariabelen aan te passen, zullen extra reserves ontstaan bij de pensioenfondsen. De buffers die hierdoor ontstaan, kunnen voor compensatie van oudere werknemers kunnen worden gebruikt. Dat is als suggestie in het plan opgenomen. Dat lijkt mij eerlijk gezegd een koekje van eigen deeg. Omdat pensioenfondsen rigide rekenregels hebben moeten aanhouden in de afgelopen jaren, hebben gepensioneerden, maar last but not least ook oudere werknemers geen indexatie gehad.
Voor oudere werknemers is dat net zo schrijnend als voor gepensioneerden. Door het achterwege blijven hiervan, is hun pensioenopbouw al meer dan tien jaar achtergebleven. Deze oudere werknemers zijn hierdoor hard getroffen. Nu versoepelen we de rekenregels en daardoor ontstaat overreserve, een buffer. Deze buffer zouden we kunnen gebruiken door bijvoorbeeld weer te gaan indexeren. Dan komt het ook voor hen uiteindelijk weer goed. Dat lees ik niet uit het akkoord, kennelijk gaan we (een deel van) deze reserve gebruiken om oudere deelnemers te compenseren voor een lagere opbouw in de toekomst. Dat is dan echt een koekje van eigen deeg. De vakbonden adviseer ik om hier een stokje voor steken.
Een leuke gadget is natuurlijk het voorgestelde idee om 10% van je pensioengeld contant op te nemen. Daar zal – zo neem ik aan – wel een fiscale heffing op plaatsvinden. Maar laten we eerlijk zijn: wat heeft dat nu met pensioen te maken?
Pensioenregelingen uitgevoerd door verzekeraars
Waar ik ook een probleem zie is hoe we dit pensioenakkoord gaan verwerken in pensioenregelingen uitgevoerd door verzekeraars. De problematiek van de doorsneepremie leeft daar überhaupt niet. Werkgevers zitten er vaak niet op te wachten om de premie voor ouderen te verlagen en die voor jongeren te verhogen. Dat heeft hele vervelende effecten voor de allocatie van de premie over de leeftijdsgroepen. Daarnaast ontstaan er geen buffers bij verzekerde pensioenregelingen door aanpassen van de rekenregels. Ik zie nog niet direct hoe dit in verzekerde pensioenregelingen verwerkt moet gaan worden. Voor verzekeraars is er nog veel lobbywerk te verzetten lijkt mij. Voor werkgevers een aardige strop, 57.000 pensioenregelingen bij verzekeraars en pensioenpremieinstellingen (PPI’s) moeten worden aangepast. Dat gaat veel advieskosten met zich meebrengen.
Het is nog geen akkoord
Kortom, mooi dat we een akkoord hebben, maar waar zijn we over akkoord? We wijzigen nu de rekenregels waardoor geïndexeerd kan worden, we hebben de stijging AOW-leeftijd vertraagd en de rest, daar gaan we over onderhandelen. Het is hetzelfde als wanneer je je kinderen (in mijn geval kleinkinderen) belooft naar de Efteling te gaan, maar de Efteling moet nog gebouwd worden. Dat geeft aanleiding tot problemen.