18 april 2016 
3 min. leestijd

Column: Hebben we al spijt van ons pensioen?

Column: Hebben we al spijt van ons pensioen?

Is ons pensioen een en al ellende? Dat hangt mede af van de manier waarop het wordt opgebouwd: bij een pensioenfonds, een verzekeraar of in eigen beheer.

We sparen er flink voor: een pensioenpremie bedraagt al gauw 10 tot 15 procent van het salaris. Collectief betekent dat zo’n 35 miljard euro per jaar, honderd miljoen euro per dag. En toch wordt pensioen gezien als een grote bak ellende. In ieder geval als je de berichten in de pers mag geloven. Iedereen heeft er wel een mening over en op een feestje kun je maar beter niet zeggen dat je professioneel bezig bent met pensioen. Dan kan het zomaar een erg lange avond worden.

Stille reserve

De berichten in de pers gaan vrijwel exclusief over de situatie bij pensioenfondsen. Daarmee gaat het slecht, althans zo lijkt het. De rentestand is 0 procent of daaromtrent en met die rente moeten pensioenfondsen hun toekomstige verplichtingen vaststellen. Dat geeft hoge verplichtingen op de balans, waardoor de solvabiliteit onder druk staat, althans boekhoudkundig. Pensioenfondsen maken gemiddeld echter 8 procent rendement, structureel. Als je de verplichting bijvoorbeeld zou waarderen op het gemiddelde tussen deze 0 en 8 procent, dan zouden pensioenfondsen schathemeltjerijk zijn. Immers: het pensioenvermogen steeg de laatste jaren van 800 miljard naar ongeveer 1.400 miljard euro. Echter, door de gehanteerde rentestand stegen de verplichtingen minstens even hard. Nog een paar jaar een rendement van 8 procent en ook bij een rekenrente van 0 procent is er niets meer aan de hand. We hebben dus feitelijk een stille reserve gevormd.

Maar momenteel wordt het pensioen van de deelnemer niet geïndexeerd en dat is natuurlijk heel vervelend. Soms wordt het pensioen zelfs gekort en dat is nog veel vervelender. Moet je dus spijt hebben van je pensioen? Dat lijkt me wat overdreven.

Een miljoen

Het is om te beginnen veel erger voor deelnemers aan beschikbarepremieregelingen – op dit moment voornamelijk nog bij verzekeraars ondergebracht – en daar hoor je niemand over. Deze groep van naar schatting een miljoen werknemers wordt de afgelopen jaren steeds opnieuw geconfronteerd met hetzelfde vervelende effect van een dalende rente. Zodoende is de laatste tien jaar zeker 50 procent van hun verwachte pensioenuitkeringen in rook opgegaan. Bij de aankoop van het pensioen is dit effect bovendien levenslang. Dit in tegenstelling tot pensioenfondsen: als de situatie daar verbetert, kunnen ook de ingegane pensioenen worden verhoogd. Bij een verzekerde beschikbarepremieregeling is daar geen sprake van. En dit staat nog los van een slecht beleggingsrendement, dat de situatie ernstig kan verergeren.

Spijt van pensioen

De vraag of we al spijt hebben van ons pensioen zou bij deze groep wel eens bevestigend beantwoord kunnen worden. Want de praktijk is dat een groot deel van de werknemers met een beschikbarepremieregeling daar momenteel helemaal niet blij mee is. Daarnaast heeft deze groep werknemers nog een probleem dat voor eigen rekening komt en dat is de stijgende levensverwachting. Ook hierdoor valt hun pensioenuitkering lager uit. Kortom, voor deelnemers aan beschikbarepremieregelingen is voorlopig het pensioen niet iets om vrolijk van te worden. Tot de rente stijgt natuurlijk, dan kan de ellende weer snel vergeten zijn – althans voor diegenen voor wie het pensioen nog niet is ingegaan. Hoe reëel de mogelijkheid is van een stijgende rente, is uiteraard een hele andere vraag. Spijt? Zou zomaar kunnen.

Waarborg

Ook de dga is waarschijnlijk niet zo enthousiast over zijn pensioenregeling. Weliswaar is de hoogte van zijn pensioen gewaarborgd, maar het geld moet er dan wel zijn. De waarborg is betrekkelijk: als de bv het al kan betalen, is de kans groot dat de omvang van de verplichting de waarde van de aandelen totaal ondermijnt.

Voor de dga is het dilemma dus bijzonder groot. Als zijn pensioen al kan worden uitgekeerd, ziet hij de waarde van zijn aandelen aanzienlijk dalen, door de enorme verplichting die op de balans prijkt. De lage rente en het hoge pensioen enerzijds en de waarde van de aandelen anderzijds zijn communicerende vaten.

Toen dga’s begonnen met reserveren in eigen beheer, stond niemand stil bij dit effect. Er werden fiscale berekeningen gemaakt waarmee werd aangetoond dat er tariefvoordeel kon worden genoten. De vpb was veel hoger dan momenteel het geval is en daarom was reserveren fiscaal gunstig. Inmiddels is dat effect achterhaald en is de waarde van de onderneming het slachtoffer. Als dit allemaal te voorzien was geweest, zou het pensioen in eigen beheer waarschijnlijk als oninteressant bestempeld zijn. Het is een conclusie achteraf, op grond van de kennis en wijsheid van nu. Maar het leidt er wel toe dat ook veel dga’s nu toch echt spijt hebben van hun pensioen.

Over de schrijver