Er zijn verschillende redenen om voor het ene of het andere pensioensysteem te kiezen. In meerdere columns zet ik diverse argumenten uiteen bij de keuze van een pensioensysteem. Hierbij beperk ik mij tot twee pensioensystemen: de middelloonregeling en de beschikbare premieregeling. De argumenten die ik bespreek gaan over moderniteit, flexibiliteit, financiële beheersbaarheid en maximale zekerheid. Graag start ik met argument modern. Reacties zijn welkom, zodat de stellingen van verschillende kanten kunnen worden belicht!
Wat is een modern systeem?
Eerst kijken we naar de definitie van modern. In de Dikke van Dale vond ik twee definities:
- Tot de nieuwere tijd behorend;
- Op de manier van onze tijd.
Ik interpreteer het als volgt: modern behoort tot onze tijd, of een nieuwere tijd. In Nederland is 80 procent van de werknemers aangesloten bij een pensioenfonds. Op twee uitzonderingen na voeren alle bedrijfstakpensioenfondsen een middelloonregeling uit. Althans, dat is de stand van zaken op dit moment. Met de kabinetsplannen wordt het voor pensioenfondsen makkelijker gemaakt om ook beschikbare premieregelingen te voeren. In hoeverre de vakbonden bij cao-onderhandelingen daarin mee zullen gaan is nog zeer twijfelachtig, maar er zit beweging in. Dat is echter toekomst en bepaalt niet wat nu modern is.
De helft van de werknemers waarvoor het pensioen is verzekerd bij een particuliere verzekeringsmaatschappij neemt eveneens deel aan een middelloonregeling. Met andere woorden, 90 procent van alle werknemers in Nederland heeft een middelloonregeling. En dat percentage wijzigt door de jaren heen nauwelijks. Kijkend naar de Dikke van Dale-definitie is een beschikbare premieregeling modern, want die hoort meer tot de nieuwere tijd, maar is ook een middelloonregeling modern, omdat die van deze tijd is. Modern is naar mijn mening dus geen belangrijk argument.
Verwarring door CDC-regelingen
Er is wel enige verwarring. Veel pensioenfondsregelingen duidt men in jargon ook aan als Collectieve Beschikbare Premieregelingen of Collectieve Defined Contribution, de zogenaamde CDC-regelingen. Deze worden vaak op één hoop gegooid met regelingen waarbij de werknemer de premie krijgt en maar moet afwachten wat hij voor pensioen ontvangt. Dat is echter iets heel anders. Bij een CDC-regeling zegt men gewoon een middelloonregeling toe, maar bepaalt de werkgever dat zijn bijdrage gelimiteerd is. Hierbij eist DNB dat er een buffer is, zodat het risico van een lagere middelloonopbouw voor de deelnemers relatief klein is. Ik zou deze regelingen liever “gebudgetteerde middelloon regelingen” noemen, dat is meer in overeenstemming met wat het is. Voor aangesloten werkgevers is het dus een middelloonregeling met een limitering van hun premie en voor de deelnemers een (voorwaardelijke) middelloonregeling.
Voor zover het hebben van een moderne pensioenregeling al een wens is, is het in ieder geval geen argument om het ene of het andere systeem te kiezen. Over het flexibele component van deze regelingen vertel ik volgende keer in mijn column.
Lees hier de volgende columns:
Is flexibiliteit een reden om een pensioensysteem te kiezen?
Is kostenbeheersing een reden om een pensioensysteem te kiezen?