Column: 2% rekenrente en op naar het pensioen transitieplan

Column: 2% rekenrente en op naar het pensioen transitieplan

De rekenrente houdt de pensioenakkoord-gemoederen bezig. Net als Willem Rein, beleidsadviseur pensioenen bij ouderenbond Anbo, ben ik voor een macrostabiele discontovoet van 2%. De dekkingsgraad wordt momenteel vastgesteld op ongeveer 0,5%. In de tussentijd maken pensioenfondsen 7% tot 8% gemiddeld rendement over een lange periode. De huidige rekenrente was één van de aanleidingen voor het pensioenakkoord, maar deze rekenrente past niet meer bij deze tijd.

Rekenrente lost indexatie niet op

Toen de rekenrente werd bedacht, decennia geleden, zag onze economie er heel anders uit. Door de rekenrente zit de indexatie van pensioenen op slot. Het pensioenakkoord moet dit gaan oplossen. De pensioenen niet indexeren betekent dat de huidige generatie van ouderen minder koopkracht hebben. Dit geldt ook voor de toekomstige generatie ouderen omdat er tijdens de opbouw van het pensioen ook niet wordt geïndexeerd. Dat is slecht voor de economie, zeker op de lange termijn.

Minister Koolmees hield tot vorige week vast aan de gegarandeerde rekenrente bij de onderhandelingen over het pensioenakkoord. De 100% zekerheid die we willen is gewoon niet haalbaar. Misschien moeten we wel naar een voorlopige zekerheid streven. Dat kan door bijvoorbeeld de rekenrente los te laten. Vorige week verraste minister Koolmees ons allemaal door aan te geven de rekenrente los te laten bij de onderhandelingen over het pensioenakkoord. Hiermee wil hij een brug slaan in de moeizaam verlopende pensioenakkoord-besprekingen. Helaas denk ik dat het onrealistisch is dat de achterban van de vakbonden hiermee akkoord gaat. Daarmee geven ze immers alle controle op die ze op het pensioenstelsel hebben!

Voorlopige zekerheid door vastgestelde rekenrente?

De rekenrente loslaten, zoals minister Koolmees sinds vorige week plotseling voorstelde, zou veel oplossen. Een vastgestelde rekenrente of een macrostabiele discontovoet van 2% zou al voldoende zijn. Dit zou voor pensioenfondsen betekenen dat ze een dekkingsgraad hebben van 120% of meer. Zo kunnen we weer indexeren en voorkomen we dat we nog meer geld uit de economie halen voor het handhaven van een dekkingsgraad. Daalt het rendement in een bepaalde periode onder bijvoorbeeld 4%? Dan grijpen we alsnog in.

Naar mijn mening is een vastgestelde rente dus een goed alternatief voor voorlopige zekerheid. Dan kunnen we nu verder met het transitieplan. Nu nog een oplossing voor de doorsneepremie. Daar zie ik weinig oplossingen voor, maar nog één konijn uit de Koolmeeshoed en we zijn er.

Over de schrijver